Het andere Parijs - Luc Sante
Schitterend geschreven en buitengewoon gedocumenteerd boek over Parijs.
In zijn boek Het andere Parijs neemt Luc Sante je als een ware flaneur mee naar de stad van het volk, naar de onderkant van de stad. Parijs met zijn kroegen, hoeren, clochards, bohémiens. Parijs als decor van revoluties en opstandjes. Sante slaagt er volledig in dat Parijs van weleer te doen herleven.
In dit meer dan driehonderd pagina’s tellende boek vertelt de auteur over de geschiedenis van Parijs en zijn bevolking, lang voor Parijs de lichtstad van Europa werd. Een stad van het volk, van ontelbare kleine straatjes waar nooit het zonlicht doordrong, van armoede en ziektes, maar ook van samenhorigheid. De wijken waren als plattelandsdorpen, elk met hun eigen kerk, begraafplaats, winkels en centrale plein. De inwoners begaven zich buiten die grenzen uitsluitend voor belangrijke evenementen: een jaarmarkt, een terechtstelling...
De steegjes en straatjes hadden vaak bijzondere namen, er was onder meer een Rue Trace-Putain (de Hoerenspoorstraat), de Rue Tire-Boudin (wat in de volkstaal penisrukker betekent), en ook een Strontzak-, Schijthuis-, Dikkereet-, Kontkrabber- en Kuthaarstraat. Veel van deze straatnamen werden begin negentiende eeuw gekuist of verdwenen later voor goed onder de slopershamer.
Omstreeks 1830, ten tijde van het tweede keizerrijk (Napoleon III) werd begonnen met de sloop van de wijken: het project van baron Haussmann (hij had zichzelf die titel toegeëigend) werd realiteit. Brede boulevards in rechte lijnen moesten de stad meer aanzien geven. Het volk werd gedwongen naar de buitenrand (la zone) te verkassen. Sante beschrijft tot in detail, soms humoristisch, vaak met melancholie, en aangevuld met passages uit de literatuur en veel illustraties, over het wel en wee van het volk in die tijd, maar ook over de jaren na Haussmanns drastische veranderingen. Dit alles verdeeld over twaalf hoofdstukken, waarin ieder specifiek aspect van Parijs uitgelicht wordt: er is een hoofdstuk over prostitutie, de bordelen met hun vaak illustere bezoekers, de Hallen - helaas gesloopt in 1969 - en het bruisende leven daar om heen, de revolutionaire regering van Parijs (la Commune) waaraan in 1871 bloedig een eind kwam, en het Parijs van na de oorlog met zijn cabarets, schilders en beroemde fotografen (Doisneau, Bresson, Van der Elsken) van Montmartre en Saint-Germain-des Prés.
Het echte Parijs bestaat niet meer zegt de auteur, het heeft zijn ziel verloren. Maar toch zal het altijd een bijzondere en aantrekkelijke stad blijven, al zul je na het lezen van dit boek over het andere Parijs, dat van het volk - schitterend geschreven, rijkelijk geïllustreerd en buitengewoon gedocumenteerd - de stad nooit meer met dezelfde ogen zien.
Luc Sante (1954 Verviers, België) is schrijver, recensent en Amerikaans essayist. Begin jaren zestig emigreerde hij met zijn ouders naar de Verenigde Staten.
Sinds 1984 is Sante full-time schrijver. Ook werkt hij voor de New York Review of Books, geeft les in het schrijven en in de geschiedenis van de fotografie en is vertaler (Frans-Engels). Hij werd vooral bekend door zijn boek Low Life (1991) waarin hij de zelfkant van New York in de negentiende eeuw beschrijft. Veel van Sante’s werk gaat over urbanisme en de geschiedenis van New York. Martin Scorcese deed een beroep op hem als historisch consultant voor zijn film Gangs of New York. Verschillende van zijn boeken werden bekroond.
Oorspronkelijke titel: The other Paris. Uitgegeven bij ugeverij Polis, Antwerpen, onderdeel van Uitgeverij Pelckmans nv. De Nederlandse vertaling is van Hans E. van Riemsdijk.
Waardering:![]()
![]()
![]()
![]()
![]()
Boekbespreking door Josette van der Vlis
email mijGepubliceerd: 4-11-2016